PATH
staat, zie
systeempaden,
hoeft u niet het volledige
pad van het bestand op te geven,
maar het mag wel als u dat wenst.
De dialoog onderhoudt een historie van de laatste 20 bestanden die werden ingevoerd. Als toevoeging kunt u de "Bladeren" toets geheel beneden gebruiken om te zien of er een standaard &os2; "Openen" dialoog aanwezig is.
Terwijl u het pad invoert, zult u opmerken dat &xwp; uw invoer geldig verklaart. De "OK" toets wordt alleen actief als het uitvoerbare bestand is gevonden. Als dit juist is laat &xwp;, rechtsonder het bovenste invoerveld, het uitvoerbare bestand zien dat zal worden uitgevoerd als u op OK drukt.
Als toevoeging, als u een &winos2; programma heeft opgegeven, worden de aankruisvakjes in de &winos2; instellingen groep zichtbaar. Dit geeft u de mogelijkheid aan te geven of het &winos2; programma moet worden gestart in uitgebreide modus en/of in een aparte &winos2; sessie.
PATH
, zie
pad
of in het LIBPATH
, zie
systeempaden.
Als niets wordt opgegeven, wordt hiervoor de hoofddirectory van het opstartstation gebruikt.